als ze winkelen gaat, zit ik wachtend gereed
meesjorren doe ik nooit, handen zijn bezet
kijken is dan opgelegde taak
naar mensvolk en karren achter elkaar
kan mijn draai niet vinden tussen gangen
teveel stapels van vier, voor drie betalen
rijen wachtende voor me, waar ik geen euro aan heb
kar leeg, loopband vol, zakken van merknamen
betalen dank U wel kaart, van mijnheer deze keer
parking is mijn domein, van staren en vergaren
zien en uitkijken wie net, naast die paaltjes rijdt
zakken scheuren, rokken omhoog, elegantie ver te zoeken
net die plaats vrij, waar hij knipperend een kwartier haar bekeek
het valt niet direct op, wie stuurt of betaald heeft
starend geef ik ze de volle loop, knus achter mijn chauffrette
radio of cd kan me bekoren, als regen mijn minuten tikt
roken hoef ik gelukkig niet meer,
ademen in twee kwartslag ruiten gesloten
aangestormd zie ik haar arriveren, bezweet overladen
met pijn in het hart ontwasem ik de voor en zijruit
boek gesloten, dichtersgeschrijf weggestoken in dromen
zitten blijf ik, winkelen is niet mijn meug
misschien voor veel centen, zo net geen miljoen
Werner
woensdag 27 juni 2007
Blik op lijden
Gepost door Werner's Gedichten
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten