dinsdag 3 juli 2007

Druppels






drop, druip, drup, het zevert zomerregen
zo van bui na bui met zonnestraal tussendoor
hij is zoekgeraakt tussen Azoren en Vogezen
Griekse temperaturen doen eilandgangers smelten
zelfs ruw volk dat sterven zal bij veertig en meer

met vlieger van staal zoekt men heil
tropische temperaturen, dipje water elk uur
rand van zwembad ligt vol, gerimpeld vel
gebruind vlees oogt zo mooi
of vakantiefoto van weleer

vakantiebestemming Costa Del achterhofje
genieten als strandstoel blaakt in hemels schijn
Belgisch weertje, het is me wat
van zomermoment naar kleddernat
op mijn terrasje, met pils en plezier
welk mens vertelde eens van zomers vertier




Werner

zondag 1 juli 2007

Onzichtbaar







schreiend wordt mijn stad opengereten
meters diep rijden metalen paarden
daar waar geen mens nog gaan wil
boven is het bumper rijden hele dagspits

treurige plataan ademt gassen en roet
fietser zoekt zijn weg die niet is
schemer vallend met trillende ruggengraat
zoekend naar die betonnen bank

waar rust doelloos is
nacht verscheurd wordt
als drank meester is geworden
van verdriet tussen kraakpand
en warm bed



Werner

Letters heopelen op

hij is niet geleert
heeft hart gestudeerdt
letters en woordjes blijfen verkeert
hij mag verder leeren
klas verder bij een meester deeze keer

verdiendt mag men zeggen
mijn haaren zijn grijzer
ofdad hem het wat deerd
hij heeft verdomd goed geprobeerd


Werner

Afvallend

elke ochtend straten vol met zakken
blauw en wit en grijze nu en dan
witte, oranje pakken
die mensen hun bestaan oprapen

de alom gekende karren, verkeer hinderend
met een reukje gepasseerd
snauwend naar plastic dat scheurt
ritueel, van stoep naar huis en omgekeerd

dagelijks dragen ze de maatschappij in handen
fier op de letter A, die pronkt op hun borst
weggeveegd alle resten die we niet willen zien
half acht, drie zakken wit één blauw

moet die groene doos nog buiten
of ligt jouw gereedschap ook netjes daarin




Werner

Terend










je lichaam laat je in de steek
zacht voel je kentering in je bestaan
hier heb je nog tegen gevochten
tijd is gekomen om het te laten gaan

uitroepen wil je, jij vervloekte naam
doch stembanden vibreren niet
de haren vlogen in het rond
domme mensen met een open mond

berusten in je tergende pijn
wens ik niemand met venijn
niets toelatend, bekijk je me aan
machteloos dat ik ben, verdwaasd kijkend

de naam wordt verdoezeld, niet besproken
na jaren heeft het je dan toch gebroken
afscheid nemen doe ik met mijn eigen gratie
ik zeg je niet vaarwel maar tot weerziens


Werner

Met grijze jaren vergeten









woonde in de straat
net naast onze deur
eens zag ik haar bloeien
met lach en grijze haren
statige dame van deftige leeftijd
net geen mauve kleurtje

jaren geleden miste ik haar dikwijls
toen hoorde ik pas het nieuws
haar hart kon niet meer volgen
beroerd dat het leven was

ze wist nog hoe de ijscoman rinkelde
ze wist nog hoe gracieus een dame stapte
ze wist niet meer hoe ze heette
ze wist niets meer van het leven

nu hoeft ze niets meer te weten
en kan haar trouwe partner na al die jaren
zijn dagelijkse wandeling anders plannen
ze rust nu voor eeuwig
met haar glimlach, en elke dag
goedemorgen en tot ziens


Jeanneke
net 81 jaren


Werner

Pijn










wat moet mijn lichaam tornen
niet alleen de pijn van vandaag
maar ook die van morgen
ik sleep je mee door mijn leven
en doe de aarde beven

waarom ben je bij mij gepasseerd
ik heb nooit om je gevraagd
maar wel van je geleerd
met vallen en opstaan
elke dag weer

mijn pijn kan er zijn
maar wat voor de mensen
die niet kunnen praten,
laten die dan zomaar
een traan



Werner

Afwachten

zou jij willen dwalen
in de straten der statenloze
land en ziel achtergelaten,
voor een snede brood en lopend water

waar naam en geloof heilig zijn
iedere landgenoot geboren wordt
om te overleven met minder dan iets
tussen sloppenwijken en woestijnen

struinen op geplaveide straten en pleinen
zonder kogels en bommen
naar de marktplaats winkelen gaan
je hand niet gespaard gaat,
bij het stelen van snoepgoed

kleuren van kaki en zwart,
doen bloemen verwelken
de geur van doden en ongemiste
zoekend naar mijn akte van geboorte
het bewijs dat ik nog besta




Werner

Als het dringend is

dat ene moment welk nooit goed zal zijn
flaterend is het niet, als zoiets geschied
het komt op ongemakkelijke momenten
bij menig mens is het zonder klank of weergave

dan zijn er mensen zoals ik,
hoef geen bonen, neen echt dat lust ik niet
Aziatisch en gepeperde gerechten
maken het mij dan onaangenaam
concerto in mineur, B flat zou je zeggen

mijn broek wordt niet gescheurd
een bil gelicht en daar gaat het geschatter
rozengeur en lavendel,
bloemen die jij zelfs overheerst
wanneer zo'n wind zich manifesteert

ik laat een scheet mijn schat,
flatus voor de welbedeelde
ruiken is niet vandoen,
alhoewel zouden zij zoiets niet laten
weet je, zelfs daarvoor betaald men
de aalput zit net vol,
net geen half miljoen aan scheten




Werner

Democratie

lentewind door de haren gestreeld
zonnestraal die verwaterd bij elke blik
majestueuze bomen schuin aan de beek
horizonten met wolken en donker
bloemen geurend en goed gevoel

scharnieren vet gesmeerd voor kiesportaal
verliezers en gekozenen de kaart is wit
staan we wederom te wachten in rijen dik
die debatten, en hun verhaal zonder inhoud

moraal van zonnige dagen tegemoet
het is stemmen omdat het moet



Werner