zaterdag 23 augustus 2008

Staren...


op de bank, in de gang, waar rust
van zich liet horen
netjes op een rij, half slapend
wezenloosheid welke af te lezen valt
van hun aangezichten

wekelijks aanschouw ik deze halte
waar mensen hun ik, niet meer kennen
kamers waaruit schrille kreten
nu en dan van zich laten horen

witte schorten zijn zeldzaam
een glimlach al dan niet gemeend
vensters worden nutteloos
als late zomerse zonnestralen
hen nog warmte aanbied

op zijn kamer ligt hij dan te bed
blij als een kind, dat even wandelen mag
verder dan zijn gang,
welke hij honderd maal passeert

hij praat niet zo veel meer
over 's ochtends en 's middags
met weinig woorden zoekt hij heil
over de jaren die hem mild waren
nu en dan nog die twinkel in zijn ogen


Werner