al sissend, begon een dag van tegenslagen
tussen palen en stoepen wringend mijn hele bestaan
net ontwijkend dat spuug, ijsje en hondendrol
wrijf handen tezamen, net als ze gewassen zijn
doordacht bekijken wat wegsmeten wordt, waar en hoe
scherpe kanten, blinkende blikjes, ijzer van alle allooi
geduimd zijn de spijkers die ik nooit op de kop wil raken
het kost mij, arm en been, gezweet, bloed aan de vingers
dan staat ze daar, me aankijkend met uitgerookte blik
rokend vliegt haar vuurstompel, net tussen voor en achterwiel
weggesmolten werden regengroeven, kaal als biljartballen
neervallend je achterwerk, zo net op de ronde hoek
wil je neervlijen, daar waar mijn handen tot rust komen
alle kleuren zijn toegelaten, alleen grijs heeft voorrang
geen sneeuwketting kan mij bekoren, kilte bevriest toppen
rij waar ik kijken wil, sta waar ik niets zie en lopen zal
waar mijn leven verder bolt, als ik niet plat sta
Werner
donderdag 21 juni 2007
Platten Tuup
Gepost door Werner's Gedichten
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten