maandag 18 juni 2007

Hoe hoog



stil aan de hoek van de straat,
wordt nog met mondjesmaat gepraat
waar de venter zijn hotdogs te verslijten staat
rumoerig in het steegje waar net een mes een moord begaat
de taxichauffeur die omkijkt, zijn hoofddoek verteld zijn taalvaardigheid

gehaast wordt je er voorbijgereden, met limousines en koerierdiensten
kostuums zijn nog steeds op maat gemaakt,
net van die dure winkel op 5th en second
aanschouwend kortgerokte dame die net buitenkomt,
met krullenhond, gelakte nagels
aan de kant zittend, welvaartstaat,
met bordje eten graag of een dollarcent

betonnen pilaren die met staal versmolten zijn,
versiert met glazen omhulsels
vanuit honderdhoog bekijk je de stad,
liften roetsjen op en neer
zittend in zijn glazen kantoortje
bekijkt hij een metropool die nooit dezelfde zijn zal
een stevige borrel, miljardencontract bij de hand,
en dan die zucht, dat moment

wat eens Manhattan skyline was is niet meer, voor velen in stof vergaan
duizenden zijn ongekend en zijn assen waaruit de nieuwe stad zal ontstaan na vijf lange jaren
hoe hoog moeten ze worden om verstand te laten bezinnen,
een trap minder als het kan
gedateerd ben je voor eeuwig, gegrift sta je in mijn netvlies,
als een stofwolk die de woestijn verlaat

Nine, Eleven



Werner

Geen opmerkingen: