tussen draperieën en sanseveria's
aanschouwde zij haar straat
zag elke stap en 's werelds gebeuren
met glimlach en krullers in haar laatste lokken
ze keek naar de stoep, die eens wit zag
van hinkelen en touwtje springen
tikkertje en loden bikkels die kneukels raakten
net zoals het balspel welk heden voor weekends is
haar zetel stond aan het raam
kopje troost en de buren begluren
haar leven was vol van alledaagse dingen
doch de stoep is niet meer
maatschappij bepaald, volgezet met borden
wat wel en niet meer kon in haar straat
ze reflecteerde vaak, liet nu en dan toch haar stem gelden
door het vensterraam net één hoog
ik en zij hielden van die straat die nooit meer zal zijn
Werner
vrijdag 21 september 2007
Gezeten op de kant
Gepost door Werner's Gedichten
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten