zondag 18 januari 2009

Mdzangwini



zij was zwart en wit
welke kant van haar hand
deed jou omzien naar dat kind
geen zomersproeten,
bemind is wat nooit heeft gekend

ver van huis en mijn bed
liefde zoek in alle talen
met buikje rond,
dagelijks op zoek naar warmte

zoals een bloem
die nooit open bloeien zal
in haar achtertuin, naast die ene hut
leert ze woorden,
mama en papa net niet meer

vreselijk is haar ziekte
doch dat ziet men niet in kinderspel
alleen twintig passen verder
kruisen haar ouders mijn pad, in hout

opdat ze ’s ochtends glimlachen zal
zijn leem en ijzer haar nieuw
vreemde blanke mens
met bord eten voor één dag




Werner




Geen opmerkingen: